woorden van één lettergreep die eindigen op -eeuw, -ieuw of -uw, zoals: leeuw, nieuw en duw;
woorden van één lettergreep die eindigen op vier medeklinkers, zoals: herfst en sterkst;
woorden van twee lettergrepen waarvan de eerste lettergreep een open lettergreep is, zoals: bomen;
woorden van twee lettergrepen die beginnen met twee of drie medeklinkers en waarvan de eerste lettergreep een open lettergreep is, zoals: knopen en strepen;
woorden van een of twee lettergrepen met in het midden van het woord -ng-, -nk-, -ch- of -aai-, -ooi-, -oei-, zoals: langzaam en zwaaien;
woorden van een of twee lettergrepen met in het midden van het woord -eeuw-, -ieuw- of -uw-, zoals: leeuwen en ruwe.
Wat is onweer? Waarom zie je eerst een flits en hoor je daarna de donder? Aan de hand van enkele proefjes komt Carlijn meer te weten over elektrische ontladingen.